De uitdaging voor de komende decennia: materiaaltransitie
Vóór de industriële revolutie waren veel materialen die we gebruikten van lokale en biologische oorsprong. Sinds de industriële revolutie hebben goedkope fossiele brandstoffen ons in staat gesteld om op grote schaal, wereldwijd, speciale materialen te ontwikkelen en te verhandelen. Voorbeelden zijn minerale wol voor isolatie van de gebouwschil en koolstofcomposieten voor ontwikkeling van sterke en lichte constructies.
De keerzijde van de industriële revolutie is de snel toenemende opwarming van de aarde en de toenemende schaarste aan aardse materialen. Omdat we de materialen vaak moeten winnen, over de hele wereld moeten vervoeren en ze vervolgens weer moeten zuiveren, verwerken en vervoeren, zijn materialen een belangrijke oorzaak van de opwarming van het klimaat. Voor een sector als de bouw betekent dit dat materialen verantwoordelijk zijn voor meer dan 30% van de totale CO2-uitstoot. Daar komt nog bij dat steeds meer materialen schaars worden. De grondstoffen voor de productie van elektronica, PET, maar ook veel producten die in de bouw worden gebruikt zoals vloerbedekking, zonnepanelen, brandwerende additieven en glasvezel, komen onder steeds grotere economische en milieudruk te staan. We ontdoen ons met name van schaarse aardmaterialen door ze in bulkmaterialen te mengen. Zo wordt 50% van alle borium gebruikt in glaswolisolatie en glasvezels voor de composietindustrie om glas minder breekbaar te maken. Dit borium kan alleen met veel energie uit het glas worden teruggewonnen. Ook hebben ertsen van minder schaarse aardmaterialen zoals aluminium een steeds lager gehalte, waardoor de toch al hoge CO₂-uitstoot voor de productie nog verder toeneemt.
Om de hierboven beschreven trend te doorbreken, is het essentieel om lokale biobased materialen te gebruiken die zo min mogelijk bewerkt worden. Ook moeten deze materialen worden gebruikt in producten die gemakkelijk uit elkaar kunnen worden gehaald, hergebruikt en gerecycled.
NPSP is koploper in de verduurzaming van composieten. Wij werken op alle fronten aan een verdere verlaging van de milieubelasting. We gebruiken natuurlijke grondstoffen en productietechnieken die vooruitlopen op de wetgeving en maken producten die langer meegaan en minder afval genereren tegen een goede prijs-kwaliteitverhouding. U herkent de milieuvriendelijke composieten van NPSP aan het Nabasco®-label.
Het Nabasco® label garandeert dat het product zowel milieuvriendelijk als verkoopbaar is geproduceerd.
NPSP gebruikt zoveel mogelijk lokale, natuurlijke vezels zoals vlas, hennep en in toenemende mate restmaterialen zoals bermgras, riet en gerecycled toiletpapier. Deze vezels vereisen aanzienlijk minder energie om te produceren en minder chemicaliën om aan het bindmiddel te hechten. Als vulstof gebruikt NPSP kalk die wordt gewonnen uit het water van drinkwaterbedrijven, in plaats van kalk uit mijnen. De drinkwaterbedrijven filteren deze kalk uit het water om het zachter te maken en wasmachines en vaatwassers een langere levensduur te geven. De harsen die wij gebruiken zijn ook gebaseerd op reststromen uit andere industrieën. Zo worden harsen gemaakt van reststromen van biodieselproductie, suikerproductie, papierproductie en zelfs rioolwaterzuivering.
100% biobased en 100% gebaseerd op restmaterialen betekent nog niet dat het product aan het eind van zijn levensduur ook recyclebaar is. NPSP werkt samen met haar strategische partners aan verschillende vormen van recycling. Op dit moment kunnen de materialen worden vermalen en volledig worden hergebruikt als vulmateriaal in nieuwe composieten. Daarnaast werken we aan een hoogwaardiger chemische recycling waarmee we verwachten de vezels en de hars te kunnen scheiden en beide te kunnen hergebruiken. Ook werken we aan optimale recycling vanuit het oogpunt van biobased circulariteit, waarbij we micro-organismen de biobased composieten laten afbreken tot voedingsstoffen voor de landbouw.
NPSP heeft voor een aantal van haar producten een levenscyclusanalyse (LCA) laten uitvoeren.